Mijn streven is de paarden zo natuurlijk mogelijk te verzorgen, voor zover dat mogelijk is in onze beperkte omstandigheden. Dit betekend dat ze zoveel mogelijk vrije beweging krijgen in een paddock paradise en een rantsoen van voornamelijk hooi hebben. Lees hier alles over de huisvesting. ‘s Winters krijgen ze naast ruwvoer nog een paar winterwortels en Pavo Vital. In de stal hebben ze altijd een KNZ liksteen tot hun beschikking. Banita en Ilse maken hier beide gebruik van. Nobel gebruikt het als schuurpaal en likt er nooit aan. Als de paarden gewerkt hebben krijgen ze een hand Pavo Daily Plus (wat er voor zorgt dat ze niet schrokken) en een halve nap draversbrok van Havens met hun vitamine brokjes + een scheutje lijnzaadolie.
Ze krijgen 5 maaltijden:
08:00 hooi
13:00 hooi
18:30 hooi
21:00 hooi, een paar wortels en vitamine brokjes en evt krachtvoer
24:00 hooi en een pluk knabbelstro voor de nacht
Zomers paste ik steeds stripbegrazing toe, maar de paarden blijven toch steeds de korte stoppels weer bezoeken, waar enorm veel fructaan opslag in zit en krijgen dan teveel suikers binnen, met het gevolg dat ze ondanks alle inspanningen toch nog erg dik waren. Dit jaar wil ik de paarden overdag op het track houden met hooi en alleen gedeeltes van de dag laten grazen, het tijdstip afhankelijk van de weersomstandigheden en de daardoor veroorzaakte suikergehaltes in het gras.
Hooi voer ik volgens het slowfeeder principe. We hebben hooinetten van www.hooinet.nl van 1,5 bij 1 met 4,5×4,5 maas en hooitassen “Littlebit” van het PKC met 3×3 maas. De hooinetten zijn onverwoestbaar, maar met name Ilse weet daar binnen no-time haar hooi helemaal uit op te vreten. Het gaat weliswaar iets langzamer dan van de grond, maar toch nog heel erg snel. De hooitassen vertragen de voeropname wel redelijk, maar zijn binnen een paar weken stuk. De bodem of de zijkanten raken van de tas los, of het stiksel of de zoom van de geweven banden waar de tas uit gemaakt is laten los, waardoor er weer hele grote gaten ontstaan. We hebben er 6 gehad, waarvan er 1 nog heel is. Alle 3 paarden hebben geen moeite om het hooi er uit te krijgen, Ilse eet alsnog wel heel snel met zo’n tas.
Ik heb ook de speciekuip hooibak met mat geprobeerd, volgens werkbeschrijving van het PKC. Een mooi ontwerp en inderdaad zijn ze dan heel lang bezig, totdat ze in de gaten hebben dat ze langs de zijkant het hooi er uit kunnen halen. Bij ons was dat de 2e dag al. Vervolgens heb ik in plaats van 2 touwtjes er 4 touwtjes voor elke windrichting in gebonden. Maar ook dan kunnen ze de mat nog opwippen en er langs eten, of ze gooien de ton om en eten dan langszij. In dat geval is het hooi ook weer zo op. Ik heb het vervolgens geprobeerd met stevig elastiek.Dit maakt het de paarden een stuk lastiger om hem leeg te halen, maar voor mij ook om te vullen. Bovendien wordt er nog steeds mee gevoetbald en als hij dan onder de draden naar de andere kant verdwijnt, dan hebben ze niks.
Als de bodem en de wind het toelaten, dan strooi ik kleine plukjes hooi langs het hele track. Ik heb toch het idee dat ze dan het langst bezig zijn, omdat ze eerst de bovenste pluk pakken en dan gauw naar het volgende bultje gaan, omdat die dan weer groter lijkt. Zijn alle grote bultjes opgegeten, dan gaan ze weer het hele pad langs om de left overs te verorberen en vervolgens nog eens een keer om alle laatste sprietjes te verzamelen. En vaak gaan ze dan nog meerdere malen het pad nalopen voor het geval er iets gemist is.
We hadden eerst 2 hooinetten buiten en 1 in Ilse haar stal, maar die hangen nu alle 3 buiten. Voor binnen heb ik nu slowfeed hooinetten van Epplejeck die erg goed bevallen, vertraagd het eten goed en blijven lang heel. Aangezien we nu 1 paard meer hebben en Ilse van de 4,5×4,5 te snel eet, hebben we nu ook 3 hooikussens 3×3 van Zeldenrusthaystack. Deze bevallen ook heel goed. Vertragen het eten en gaan niet gauw kapot. Ik zou er nog graag een paar bij hebben. Iets anders wat ik geprobeerd heb is het continue slowfeeder concept, waarbij er zoveel hooi is dat de paarden het nooit op kunnen eten. Hierdoor ontstaat rust en zou het zo moeten zijn dat de paarden uiteindelijk niet méér eten dan ze nodig hebben. Het duurt ongeveer een maand voor het idee van schaarste bij het paard weg is. Helaas werkte dit niet voor Ilse. Ze werd echt vreselijk dik en Nobel kon er ook wat van. Na 2 maanden heb ik het opgegeven.
Uitmesten
Elke morgen loopt mijn man smorgens het track na en ruimt daar de mest op en vult vervolgens de waterbakken. Ik ruim smorgens de mestballen uit de stallen en eventueel indien nodig natte plekken, daarna hang ik het hooi op en breng de paarden buiten. ‘s Avonds haal ik ze dan weer binnen. Halverwege de avond verwijder ik mestballen en voor het slapen gaan nog eens. Zaterdags of Zondags worden de stallen dan grondig uitgemest en komt er nieuw strooisel in. ‘s Zomers hoef ik natuurlijk geen stallen uit te mesten. Dan ruim ik ‘s avonds de mest van het track en mijn man nog steeds ‘s morgens.