Nathalie had mij doorverwezen naar Stal Faber ivm de belasting van het linker voorbeen, dus ik had contact opgenomen en kon vrijdagsmiddags terecht.
Ik moest beginnen met op de binnenhoefslag te rijden en iedere zijde, ook de korte zijde, een punt uit te kiezen waar ik recht op af moest rijden. Als Ilse naar binnen valt, dan moest ik nog een keer extra naar buiten sturen. De hoeken als gedeeltelijke kleine volte rijden met voldoende buiging.
Vervolgens moest ik steeds afwenden, oversteken en niets doen, alleen maar voelen wat er onder me gebeurde. Als Ilse naar rechts ging, moest ik naar links en andersom, iedere bocht weer met voldoende buiging rijden.
Daarna moest ik kleine slange voltes rijden, steeds naar links en rechts en voelen of er verschil in zat of ze makkelijker naar links of rechts ging en of ze makkelijker naar links of rechts kon buigen.
In draf moest ik de zelfde oefeningen daarna herhalen. Het tempo moest iets hoger dan ik gewend ben, voorwaarts neerwaarts, niet aan de teugels zitten, tenzij je de bocht om gaat.
Voor eigen balans moest ik als laatste 2 passen staan en 1 pas zit tijdens het draven.
Afsluitend afwisselende kleine voltes linksom en rechtsom in stap en voldoende buiging vragen.
Zit:
Rechterhak niet optrekken, maar laten hangen. Benen iets meer naar achter leggen voor eigen balans. Linker bochten binnenhand naar links en niet naar de schouder. Rechtsom binnenhand naar rechts. Handen over het algemeen meer dragen en niet naar beneden drukken. Denk aan de doorlopende lijn van elleboog naar hoofdstel. Op de rechte lijnen voelen of ik recht boven het paard zit, of dat ik naar een kant zakte. Rechtsom zakte ik regelmatig naar links. Herstellen door buitenstelling en even druk op de binnenbeugel zetten