Op zaterdag avond was er in Hemrik in “Stoeterij Het Swarte Peart” een clinic, verzorgt door Peter Spahn en Ykje Baron en een aantal van hun leerlingen. De foto’s en het filmpje zijn waarschijnlijk niet gelukt door het moeilijke licht, maar het verslag lukt natuurlijk altijd.
Het jonge paard
Ykje en Peter reden eerst jonge paarden. Er werd uitgelegd dat je vooruitgang na enkele jaren kunt zien. In de training gaat het om het afwisselen van aanspanning en ontspanning. Bij jonge paarden gaat dit spelenderwijs. Er wordt nog niet veel gevraagd. Wel is het van belang dat het paard de hulpen leert kennen en vooral ook gehoorzamen. Door afwisselend been te geven en ophoudingen te geven. Nooit tegelijk hand/been, dan worden paarden flegmatiek!. Dus door schakelingen te rijden in stap en draf, leert het paard balans te krijgen en gehoorzaam te worden. Pas als er in de schakelingen in stap en draf voldoende evenwicht is verkregen, wordt er aan galop en zijgangen begonnen.
Ook in galop wordt er geschakeld. Middengalop wordt afgewisseld met voltes, zodat het paard daardoor vanzelf weer in evenwicht kan terugkomen. Als het paard dat goed kan wordt met wat meer verzameling begonnen.
De Friezen worden lager en ronder getraind. Friezen hebben een bouw, waarbij de wervelkolom horizontaal is en de hals een soort zwanehals. Friezen hebben wat vaker een wat holle en soms wat zwakkere rug. In de dressuurhouding gebruikt een fries de rug echter niet. In deze lage houding train je de buikspieren en kunnen de rugspieren stretchen. Bij Friezen moet je extra opletten dat de rug ontspannen en soepel is, anders verstrakken ze en ook daardoor krijg je een flegmatiek paard.
Het is van belang dat het paard deze houding zelf aanneemt en dat de ruiter niet de hele tijd aan het hoofd van het paard zit, het wordt niet door de ruiterhand zo getrokken.
Het gemiddeld gevorderde paard
Na de jonge paarden, kwamen er twee meer gevorderde paarden in de baan met twee andere ruiters. Ykje en Peter assisteerden vanuit het midden.
Ook verder gevorderde paarden worden in de lage ronde houding opgewarmd. Ook hier weer is het van belang dat het paard de houding zelf aanneemt. Dit komt niet van de hand van de ruiter.
Na het opwarmen bestaat het werk uit gymnastisering in zijgangen, afgewisseld met verruimen rechtuit. Dus hier ook weer de afwisseling van aanspannen en ontspannen. Als hier voldoende balans in is ontwikkeld, kan begonnen worden aan het ontwikkelen van gedragenheid.
Langs de kant moet het paard halt houden. Hierbij wordt het achterblijvende achterbeen met de longeerzweep of menzweep aangetikt om bij te zetten, zodat het paard geslotener halthoudt. Heeft het paard dit begrepen, dan kan deze hulp ook in stap gegeven worden. Er mag echter geen spanning ontstaan. Steeds met een enkele pas tevreden zijn, belonen en weer wegrijden.
Is het paard hierin voldoende geschoold, dan wordt dit werk op de volte gedaan. Het bekken gaat dan kantelen. Door vanuit deze stap aan te draven of aan te galopperen, wordt het gekantelde bekken meegenomen in deze gangen.
Meer gevorderde paarden
Als laatste kwamen de meest gevorderde paarden van Ykje en Peter in de baan. Hoe verder je met een paard komt, hoe belangrijker het galop werk wordt. Er wordt dan ook heel veel gewerkt met het schakelen in galop. Pas als een paard makkelijk in perfecte balans kan schakelen, wordt de volgende stap gezet: Van hand veranderen en schakelen in contra galop.
Ook hier moet eerst weer balans ontstaan, voordat met wissels begonnen wordt op de hoefslag. Is het paard daarin bevestigd en gaat het hem gemakkelijk en evenwichtig af, dan worden ze op de diagonaal gevraagd.
Kan het paard in evenwicht verruimen en terugkomen, dan kan er ook met wat meer verzameling begonnen worden. Als het paard dat ook goed oppakt, wordt er begonnen aan de werkpirouette. Eerst is een enkele sprong, of een paar sprongen voldoende en rijden we weer weg. Wordt het paard sterker en handiger, dan worden er meer gereden.
In de gehele opleiding is het van belang dat het paard de tijd krijgt om voldoende sterk te worden en genoeg balans te ontwikkelen, voordat er een volgende stap in de opleiding gezet wordt. Men mag het paard nooit overnemen. Het moet er plezier in blijven houden.