taotepaard.nl

Tao te paard

   May 11

Clinic “The Riders Seat” Tom Nagel – Dag 1

Op 11 en 12 mei ben ik naar de allereerste clinic van Tom Nagel in Nederland geweest. Hij heeft al vele malen clinics gegeven, maar nog nooit in Nederland. Deze clinic was georganiseerd door Ylvie Fros te Lunteren. De verzorging was uitstekend. De hele dag was er koffie en thee beschikbaar met wat lekkers en tussen de middag een uitgebreide broodjes lunch.

Beide dagen starten om 10.00 uur met theorie en na de lunch was er een praktijk gedeelte met 3 lessen met 3 deelnemers.

Theorie

De rode draad: het gebruik van de core-spieren: de psoas spieren. Deze vormen een verbinding tussen de ruggegraadwervels en het bovenbeen en zijn heel belangrijk bij het paardrijden.

Tom zijn clinic over de zit had 3 hoofdonderwerpen: Houding, Ademhaling en Bewustzijn. De eerste dag ging het voornamelijk over houding. De andere 2 kwamen de tweede dag aan bod.

Houding: Vormspanning – Zelfhouding – Beweging

Voor een goede zithouding heb je een bepaalde vormspanning nodig. Niet te ontspannen, maar ook niet te gespannen. Kracht met flexibiliteit. Om dit te ervaren deden we een aantal oefeningen. Daarnaast is zelfhouding belangrijk: stabiliteit en lift. Deze bereik je door de psoasspieren licht aan te spannen, je vanuit je zonnevlecht (het punt onder je borstbeen) op te richten en je hyoid spieren licht aan te spannen. Deze spieren zitten in je nek dicht tegen de wervelkolom en verbinden je oren en je onder kaak met het strottehoofd en verder met je sleutelbenen en je wervelkolom. Het licht aanspannen van de psoas spier zorg ervoor dat je wervelkolom aan de onderkant langer wordt en je binnenbeen spieren licht aangespannen worden. Span je verder je oppervlakkige buikspieren niet aan, dan komt er ruimte voor je organen en daarmee je ademhaling. Je wordt rechter, sterker, stabieler zonder je ontspanning te verliezen. Een uitstekende houding te paard.

De oprichting vanuit je zonnevlecht en het licht aanspannen van de hyoid spieren zorgt er voor dat het bovenste gedeelte van de wervelkolom langer wordt, je rechter wordt en je hoofd recht op je romp komt te staan.

Door deze spieren aan te spannen en de andere spieren te ontspannen, ben je flexibeler en sterker, zonder te veel energie te verliezen. Het aanspannen van deze spieren beschrijft Tom als een soort scheppen met een ijsschep. Ze moeten naar achteren vallen, daarvoor moet je het bekken iets kantelen, waardoor je rug minder hol wordt.

Met enkele oefeningen op de grond oefenen we het aanspannen van deze spieren en het tegelijkertijd ontspannen van andere spieren. Dit blijkt nog best lastig, want we zijn zo gewend om al onze ledematen vast te zetten met onze spieren. Voor paardrijden moet je echter stabiel zijn maar los en flexibel genoeg om de beweging te kunnen volgen. Het hoofd blijkt nogal eens een blokkade hierin.

Beweging: Bilateraal – Verticaal – Ritme

Een paard beweegt horizontaal bilateraal, een mens verticaal bilateraal. Als je rijdt moet je je verticaal blijven bewegen om het paard te kunnen toestaan om zich horizontaal te bewegen. Veel ruiters duwen met hun zit voorwaarts. Dit stoort echter het paard. De ruiter beweegt zijn bekken verticaal bilateraal en het paard neemt de ruiter horizontaal bilateraal mee. Overdreven gezien doe je te paard een soort snelwandelen, waarbij de zonnevlecht het centrum van de beweging is. De heup komt om en om rechts en links omhoog naar het tegenovergesteld liggende oor/schouder. Dit alles in het ritme van het paard en in de uitslag van het specifieke paard wat je rijdt. Bij een paard met kleine bewegingen blijven de beweging van de ruiter ook miniem. “Zit stil” zeggen tegen een ruiter is een slechte instructie. De ruiter zal zich al gauw in spieren en gewrichten vastzetten. We moeten niet stil zitten, maar het moet lijken alsof we stil zitten ten opzichte van het bewegende paard. Hiervoor moeten we dus volledig met het paard mee bewegen. Actief verticaal en passief horizontaal (door het paard).

Praktijk

Een makkelijke manier om het bekken recht te zetten, is om je knieen voor op het zadel te leggen, daarna je bekken precies op die plek houden, waarna je je benen weer naar beneden laat zakken. Een andere manier is in de beugels gaan staan, je bekken kantelen, zodat je geen holle rug meer hebt en dan recht naar beneden in je zadel zakken, zonder dat je de stand van je bekken veranderd. Daarna ga je rondstappen en met je enkels draaien. Vaak zitten de enkelgewrichten van ruiters vast, aangezien hen geleerd is de hakken uit te drukken. De enkels zijn echter erg belangrijk bij het veren en het volgen van de beweging. Na de enkels zijn de knieen aan de beurt. De onderbenen mee laten swingen in het ritme van de stap om de knieen los te maken. Vervolgens ga je je bekken de beweging laten volgen actief in bilaterale verticale beweging. Aandachtspunten zijn of je de beweging door je hele lichaam laat komen tot in je hoofd. Dit knikt miniem mee in het ritme, zodat het lijkt of het stil gehouden wordt. Als we het echter echt stil proberen te houden, dan stoppen we de beweging en storen we het paard.

Controles:

  • enkels meeveren, de voeten “stappen” mee in het ritme, happy feet
  • knieen meeveren
  • heupen stappen actief verticaal
  • zonnevlecht is zacht en laat beweging door
  • polsen zijn ontspannen recht en vlak (rechte lijn van onderarm naar duim en handrug)
  • hoofd volgt ritme

Een diepe inademing is het signaal voor je paard dat er iets gaat komen. Bijvoorbeeld een overgang. Blijf bilateraal in de overgang. Zet niet ineens je bekken stil. Blijf lopen, alleen in een ander ritme. Bij halthouden stapt je bekken door en de laatste pas zet je bij wanneer je stil staat. Een diepe inademing verbeterd ook je houding en kan je paard kalmeren als het te snel loopt. Dit was mooi te zien bij de ruiters in de les.

You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. Both comments and pings are currently closed.